Vertalingen verrast opkijken NL>DE
verrast opkijken (ww.) | aufsehen (ww.) ; emporblicken (ww.) ; gucken (ww.) ; hinaufsehen (ww.) ; staunen (ww.) ; stutzen (ww.) ; überrascht aufblicken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verrast opkijken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opkijkenNL: opzien